Als eerste fabriceerde Acorn Computers Ltd de System-serie (de Acorn System 1 t/m 5), daarna de Acorn Atom, dit is een thuiscomputer die van 1980 tot 1982 gemaakt is. De Atom was een doorontwikkeling van de, op de 6502-gebaseerde, machines die het bedrijf sinds 1979 fabriceerde. De Atom was een afgeslankte versie van de Acorn System 3, namelijk zonder een diskdrive, maar met een geïntegreerd toetsenbord en een cassettepoort.

In 1982 werd er een opvolger ontwikkeld, deze zou van origine de naam Proton krijgen. Nadat men met dit systeem een ‘wedstrijd’ van de BBC gewonnen heeft is deze computer hernoemd naar de Acorn BBC Micro.

De BBC Micro werd door de meeste scholen in het Verenigd Koninkrijk in gebruik genomen en verder was het ook een populair homecomputer in Groot-Brittannië. Acorn heeft de machine ook gebruikt bij het testen en ontwikkelen van de ARM-architectuur, dit is inmiddels een zeer populaire architectuur voor mobiele telefoons en andere embedded toepassingen.

Later werden door Acorn andere machines uitgebracht zoals de Acorn Electron en de BBC Master (1986), met verfijningen op de oorspronkelijke “Beeb ”

De geschiedenis van de ARM-processor (waarbij deze afkorting van origine stond voor Acorn RISC Machine) begint in 1983, Acorn gebruikte zoals vele fabrikanten de 6502 van MOS Technology in haar BBC Micro’s. De ontwerpers van Acorn realiseerden zich echter destijds al dat het 6502-ontwerp weinig groeipotentieel bezat en niet aan hun eisen voldeed. Zodoende gingen ze op zoek naar een andere processor. Intel weigerde echter een vergunning te verlenen voor het gebruik van de 80286 met Acorns nieuwe systemen en de Motorola 68000 voldeed niet aan de eisen van Acorn. Een bezoek aan het Western Design Centre in Phoenix, waar de 6502 werd bijgewerkt door effectief één persoon, toonde Steve Furber en Sophie Wilson dat ze geen enorme middelen en state-of-the-art onderzoek nodig hadden en dus zelf een processor konden gaan ontwikkelen.

Het resultaat, de ARM1-processor, bestond uit slechts 33000 transistoren en was daardoor in vergelijking met de 68000 en 80286 veel goedkoper en gebruikte minder energie. Ten opzichte van de eerder genoemde processoren van Motorola en Intel had de ARM-processor verder als voordeel dat het een 32bit-processor was.

Acorn paste voor hun eerste desktopcomputer RISC – Reduced Instruction Set Computer – processor technologie toe; al in 1987 bracht Acorn computers uit, gebaseerd op de zelfontwikkelde ARM-processor. Onder de naam Archimedes werden vanaf 1987 de A305, A410, A420 en A540 uitgebracht, vanaf 1989 gevolgd door de BBC A3000.

Hierna zijn de Acorn A5000, en de hiervan afgeleide Acorn A4 laptop, uitgebracht. Men heeft toen ook de Acorn A4000, en de voor onderwijs bedoelde A3020 en voor thuisgebruik de A3010 uitgebracht.

Acorn zette een nieuwe standaard met de Acorn RiscPC, vanaf 1994 gevolgd door de A7000, A7000+ en de StrongARM RiscPC (vanaf 1996). In 1999 heeft Castle Technology Ltd nog de de Kinetic-card en de Kinetic RiscPC uitgebracht, als uitbreiding op de originele RiscPC. De mogelijkheid om de computer aan te passen was ook één van sterke punten van de RiscPC. Een basissysteem is voorzien van 1 laag (‘slice’), waar -naast het moederbord- ruimte is voor twee podules (uitbreidingskaarten), een netwerkkaartje, een harde schijf, een 3.5-inch station en een 5.25-inch station (bijvoorbeeld een CD-ROM-speler of een ouderwetse floppy drive). De kast is gemaakt van kunststof en kan zonder gereedschap geopend worden.

De basis kan met extra slices uitgebreid worden, tot maximaal 8 slices. In elke slice passen twee extra uitbreidingskaarten, tot maximaal 8 uitbreidingskaarten, en een 3.5-inch en een 5.25-inch station en wordt aan de voorzijde afgesloten met een gebogen deurtje. De Risc PC is in staat vele versies, vanaf 3.5, van RISC OS te draaien. Het bedrijf RISCOS Ltd had de ontwikkeling van RISC OS van Acorn Computers overgenomen en heeft tussen 1999 en 2013 diverse versies van RISC OS 4.xx uitgebracht voor de RiscPC.

Acorn beëingde haar activiteiten oktober 1998, terwijl de opvolger van de Risc PC: de Phoebe klaar was voor productie. Door gebruikers, ontwikkelaars en dealers werd het besturingssysteem RISC OS gered, waarbij men RISCOS Ltd opgericht heeft. Door RISCOS Ltd is het besturingssysteem (in licentie van Acorn en later van Pace Technology Plc) verder onderhouden voor desktopcomputers en andere toepassingen. In juli 1999 kwam RISC OS 4 uit op ROM voor de Risc PC en vergelijkbare systemen. Door RISCOS Ltd is RISC OS 4 verder ontwikkeld via het “RISC OS Select Scheme” (een vorm van abonnement), hiermee konden gebruikers zich verzekeren van verdere updates van RISC OS.

Castle Technology Ltd nam de distributie en later ook de productie van de A7000+ en RiscPC machines over van Acorn. Eind 2002 kwam Castle met een 32-bit RISC OS 5-machine, de Iyonix, met Intel XScale processor. In juli 2003 nam Castle de eigendomsrechten op RICS OS over van Pace Technology Plc. Castle stopte op 11 november 2003 de productie van de RiscPC en Kinetic RiscPC.

Meer bedrijven hebben zich – met wisselend succes – bezig gehouden met het uitbrengen van computers op basis van versie 4.x van het RISC OS besturingssysteem, denk aan projecten van RiscStation, MicroDigital en Explan. De meest concrete vernieuwing, gebaseerd op RISC OS 4, was de A9home van Advantage Six.

Hedendaagse ontwikkelingen zijn gebaseerd op RISC OS 5, waarvan inmiddels ook de broncode openbaar is.